| | afmaken (v) [werk] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | effettuare (v) [werk] - effettuando
- avrai effettuato
- avranno effettuato
| |
| | afmaken (v) [taak] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | adempiere (v) [taak] - adempiendo
- avranno adempiuto
- avrai adempiuto
| |
| | afmaken (v) [taak] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | compiere (v) [taak] - compiendo
- avranno compiuto
- avrai compiuto
| |
| | afmaken (n adj v) [criticise/criticize harshly] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | stroncare (n adj v) [criticise/criticize harshly] - stroncando
- avrai stroncato
- avranno stroncato
| |
| | afmaken (v) [dieren] | | far fuori (v) [dieren] | |
| | afmaken (v) [dieren] | | uccidere con un'iniezione (v) [dieren] | |
| | afmaken (v) [afronden] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | eseguire (v) [afronden] - eseguendo
- avrai eseguito
- avranno eseguito
| |
| | afmaken (v) [dieren] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | uccidere (v) [dieren] - uccidendo
- avranno ucciso
- avrai ucciso
| |
| | afmaken (v) [misdaad] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | uccidere (v) [misdaad] - uccidendo
- avranno ucciso
- avrai ucciso
| |
| | afmaken (v) [dieren] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | assassinare (v) [dieren] - assassinando
- avrai assassinato
- avranno assassinato
| |
| | afmaken (v) [misdaad] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | assassinare (v) [misdaad] - assassinando
- avrai assassinato
- avranno assassinato
| |
| | afmaken (v) [dieren] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | trucidare (v) [dieren] - trucidando
- avrai trucidato
- avranno trucidato
| |
| | afmaken (v) [misdaad] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | trucidare (v) [misdaad] - trucidando
- avrai trucidato
- avranno trucidato
| |
| | afmaken (n adj v) [criticise/criticize harshly] | | fare a pezzi (n adj v) [criticise/criticize harshly] | |
| | afmaken (v) [dieren] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | macellare (v) [dieren] - macellando
- avrai macellato
- avranno macellato
| |
| | afmaken (v) [misdaad] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | macellare (v) [misdaad] - macellando
- avrai macellato
- avranno macellato
| |
| | afmaken (v) [afronden] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | coronare (v) [afronden] - coronando
- avrai coronato
- avranno coronato
| |
| | afmaken (v) [dieren] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | finire (v) [dieren] - finendo
- avrai finito
- avranno finito
| |
| | afmaken (v) [taak] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | finire (v) [taak] - finendo
- avrai finito
- avranno finito
| |
| | afmaken (v) [werk] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | finire (v) [werk] - finendo
- avrai finito
- avranno finito
| |
| | afmaken (v) [afronden] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | terminare (v) [afronden] - terminando
- avrai terminato
- avranno terminato
| |
| | afmaken (v) [taak] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | terminare (v) [taak] - terminando
- avrai terminato
- avranno terminato
| |
| | afmaken (v) [werk] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | terminare (v) [werk] - terminando
- avrai terminato
- avranno terminato
| |
| | afmaken (v) [afronden] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | completare (v) [afronden] - completando
- avrai completato
- avranno completato
| |
| | afmaken (v) [taak] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | completare (v) [taak] - completando
- avrai completato
- avranno completato
| |
| | afmaken (v) [werk] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | completare (v) [werk] - completando
- avrai completato
- avranno completato
| |
| | afmaken (v) [afronden] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | finire (v) [afronden] - finendo
- avrai finito
- avranno finito
| |
| | afmaken (v) [taak] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | coronare (v) [taak] - coronando
- avrai coronato
- avranno coronato
| |
| | afmaken (v) [werk] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | coronare (v) [werk] - coronando
- avrai coronato
- avranno coronato
| |
| | afmaken (v) [dieren] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | sterminare (v) [dieren] - sterminando
- avrai sterminato
- avranno sterminato
| |
| | afmaken (v) [afronden] | | portare a conclusione (v) [afronden] | |
| | afmaken (v) [taak] | | portare a conclusione (v) [taak] | |
| | afmaken (v) [werk] | | portare a conclusione (v) [werk] | |
| | afmaken (v) [afronden] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | fare (v) [afronden] - facendo
- avrai fatto
- avranno fatto
| |
| | afmaken (v) [taak] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | fare (v) [taak] - facendo
- avrai fatto
- avranno fatto
| |
| | afmaken (v) [werk] - afgemaakt
- maakt af
- maken af
- maakte af
- maakten af
| | fare (v) [werk] - facendo
- avrai fatto
- avranno fatto
| |
