La ricerca bewonen ha prodotto 8 risultati
NL Olandese IT Italiano
bewonen (v) [algemeen] occupare (v) [algemeen]
bewonen (v) [huis] occupare (v) [huis]
bewonen (v) [algemeen] abitare in (v) [algemeen]
bewonen (v) [huis] abitare in (v) [huis]
bewonen (v) [algemeen] traslocare in (v) [algemeen]
NL Olandese IT Italiano
bewonen (v) [huis] traslocare in (v) [huis]
bewonen (v) [algemeen] prendere possesso di (v) [algemeen]
bewonen (v) [huis] prendere possesso di (v) [huis]