La ricerca boos worden ha prodotto 4 risultati
Vai a
NL Olandese IT Italiano
boos worden (v) [gedrag] irritarsi (v) [gedrag]
boos worden (v) [gedrag] infastidirsi (v) [gedrag]
boos worden (v) [gedrag] seccarsi (v) [gedrag]
boos worden (v) [gedrag] arrabbiarsi (v) [gedrag]

NL IT Traduzioni perboos

boos (a) [gevoelens] arrabbiato (a) [gevoelens]
boos (a) [gevoelens] in collera (a) [gevoelens]
boos (a) [blik] risentito (a) [blik]
boos (a) [gevoelens] risentito (a) [gevoelens]
boos (a) [blik] offeso (a) [blik]
boos (a) [gevoelens] offeso (a) [gevoelens]
boos (a) [gevoelens] contrariato (a) [gevoelens]
boos (a) [gevoelens] scontento (a) {m} [gevoelens]
boos (a) [gevoelens] seccato (a) [gevoelens]
boos (a) [gevoelens] irritato (a) [gevoelens]

NL IT Traduzioni perworden

worden (n) [begin] {n} origine (n) {f} [begin]
worden (n) [oorsprong] {n} origine (n) {f} [oorsprong]
worden (n) [begin] {n} inizio (n) {m} [begin]
worden (n) [oorsprong] {n} inizio (n) {m} [oorsprong]
worden (n) [begin] {n} principio (n) {m} [begin]
worden (n) [begin] {n} fonte (n) {f} [begin]
worden (n) [begin] {n} genesi (n) {f} [begin]
worden (n) [oorsprong] {n} genesi (n) {f} [oorsprong]
worden (n) [begin] {n} nascita (n) {f} [begin]
worden (n) [oorsprong] {n} nascita (n) {f} [oorsprong]