La ricerca contenere ha prodotto 33 risultati
IT Italiano NL Olandese
contenere (v) [sentimento] vasthouden (v) [sentimento]
contenere (v) [gente] bevatten (v) [gente]
contenere (v) [tenere] bevatten (v) [tenere]
contenere (v) [volume] bevatten (v) [volume]
contenere (v) [comprendere] behelzen (v) [comprendere]
IT Italiano NL Olandese
contenere (v) [volume] behelzen (v) [volume]
contenere (v) [sentimento] bedwingen (v) [sentimento]
contenere (v) [sentimento] onderdrukken (v) [sentimento]
contenere (v) [tenere] onderdrukken (v) [tenere]
contenere (v) [comprendere] bevatten (v) [comprendere]
contenere (v) [tenere] vasthouden (v) [tenere]
contenere (v) [volume] vasthouden (v) [volume]
contenere (v) [gente] kunnen bevatten (v) [gente]
contenere (v) [volume] kunnen bevatten (v) [volume]
contenere (v) [gente] plaats bieden aan (v) [gente]
contenere (v) [volume] plaats bieden aan (v) [volume]
contenere (v) [prezzi] laag houden (v) [prezzi]
contenere (v) [comprendere] insluiten (v) {n} [comprendere]
contenere (v) [To hold inside] bevatten (v) [To hold inside]
contenere (v) [volume] omvatten (v) [volume]
contenere (v) [comprendere] omvatten (v) [comprendere]
contenere (v) [to restrict or limit] beperken (v) [to restrict or limit]
contenere (v) [to restrict or limit] beteugelen (v) [to restrict or limit]
contenere (v) [volume] tegenhouden (v) [volume]
contenere (v) [tenere] tegenhouden (v) [tenere]
contenere (v) [sentimento] tegenhouden (v) [sentimento]
contenere (v) [volume] inhouden (v) [volume]
contenere (v) [tenere] inhouden (v) [tenere]
contenere (v) [sentimento] inhouden (v) [sentimento]
contenere (v) [gente] inhouden (v) [gente]
contenere (v) [comprendere] inhouden (v) [comprendere]
contenere (v) [To hold inside] inhouden (v) [To hold inside]
contenere (v) [to restrict or limit] begrenzen (v) [to restrict or limit]
IT Sinonimi per contenere NL Traduzioni
alloggiare [ricevere] herbergen
ospitare [ricevere] herbergen
includere [ricevere] bevatten
accogliere [ricevere] opnemen {n}
racchiudere [comprendere] bevatten
circondare [comprendere] m omhullen {n}
avviluppare [comprendere] omhullen {n}
abbracciare [comprendere] bevatten
frenare [porre un freno] m beteugelen
delimitare [porre un freno] omringen {n}
inibire [porre un freno] onderdrukken
trattenere [porre un freno] detineren
ostacolare [porre un freno] doorkruisen
controllare [porre un freno] beheersen
arrestare [porre un freno] stelpen
capire [contenere] snappen
accerchiare [circondare] omsingelen
chiudere [circondare] dichtdoen
contornare [circondare] omsingelen
serrare [circondare] omklemmen