La ricerca diminuire ha prodotto 153 risultati
IT Italiano NL Olandese
diminuire (v n) [become smaller] afnemen (v n) [become smaller]
diminuire (v) [calare] afnemen (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] afnemen (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] afnemen (v) [dimensione]
diminuire (v) [generale] afnemen (v) [generale]
IT Italiano NL Olandese
diminuire (v) [interessare] afnemen (v) [interessare]
diminuire (v) [livello] afnemen (v) [livello]
diminuire (v) [quantità] afnemen (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] afnemen (v) [ridurre]
diminuire (v) [spese] afnemen (v) [spese]
diminuire (v) [suono] afnemen (v) [suono]
diminuire (v) [velocità] afnemen (v) [velocità]
diminuire (v) [calare] teruglopen (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] teruglopen (v) [decrescere]
diminuire (v) [interessare] teruglopen (v) [interessare]
diminuire (v) [quantità] teruglopen (v) [quantità]
diminuire (v) [suono] teruglopen (v) [suono]
diminuire (v) [calare] inkorten (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] inkorten (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] inkorten (v) [dimensione]
diminuire (v) [quantità] inkorten (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] inkorten (v) [ridurre]
diminuire (v) [spese] inkorten (v) [spese]
diminuire (v) [velocità] inkorten (v) [velocità]
diminuire (v) [calare] bedaren (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] bedaren (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] bedaren (v) [dimensione]
diminuire (v) [interessare] bedaren (v) [interessare]
diminuire (v) [livello] bedaren (v) [livello]
diminuire (v) [quantità] bedaren (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] bedaren (v) [ridurre]
diminuire (v) [spese] bedaren (v) [spese]
diminuire (v) [suono] bedaren (v) [suono]
diminuire (v) [calare] bekorten (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] bekorten (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] bekorten (v) [dimensione]
diminuire (v) [ridurre] bekorten (v) [ridurre]
diminuire (v) [calare] verkorten (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] verkorten (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] verkorten (v) [dimensione]
diminuire (v) [ridurre] verkorten (v) [ridurre]
diminuire (v) [To make smaller] verminderen (v) [To make smaller]
diminuire (v) [calare] verminderen (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] verminderen (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] verminderen (v) [dimensione]
diminuire (v) [generale] verminderen (v) [generale]
diminuire (v) [interessare] verminderen (v) [interessare]
diminuire (v) [livello] verminderen (v) [livello]
diminuire (v n) [make smaller] verminderen (v n) [make smaller]
diminuire (v) [quantità] verminderen (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] verminderen (v) [ridurre]
diminuire (v) [spese] verminderen (v) [spese]
diminuire (v) [suono] verminderen (v) [suono]
diminuire (v) [valore] verminderen (v) [valore]
diminuire (v) [velocità] verminderen (v) [velocità]
diminuire (v) [calare] verslappen (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] verslappen (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] verslappen (v) [dimensione]
diminuire (v) [interessare] verslappen (v) [interessare]
diminuire (v) [livello] verslappen (v) [livello]
diminuire (v) [quantità] verslappen (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] verslappen (v) [ridurre]
diminuire (v) [spese] verslappen (v) [spese]
diminuire (v) [suono] verslappen (v) [suono]
diminuire (v) [calare] slinken (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] slinken (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] slinken (v) [dimensione]
diminuire (v) [interessare] slinken (v) [interessare]
diminuire (v) [quantità] slinken (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] slinken (v) [ridurre]
diminuire (v) [suono] slinken (v) [suono]
diminuire (v) [calare] kleiner worden (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] kleiner worden (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] kleiner worden (v) [dimensione]
diminuire (v) [generale] kleiner worden (v) [generale]
diminuire (v) [interessare] kleiner worden (v) [interessare]
diminuire (v) [quantità] kleiner worden (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] kleiner worden (v) [ridurre]
diminuire (v) [suono] kleiner worden (v) [suono]
diminuire (v) [attenuare] verzwakken (v) [attenuare]
diminuire (v) [attenuare] zwakker maken (v) [attenuare]
diminuire (v) [calare] vertragen (v) [calare]
diminuire (v) [dimensione] vertragen (v) [dimensione]
diminuire (v) [quantità] vertragen (v) [quantità]
diminuire (v) [spese] vertragen (v) [spese]
diminuire (v) [suono] vertragen (v) [suono]
diminuire (v) [velocità] vertragen (v) [velocità]
diminuire (v) [(intransitive) to decrease, shrink, vanish] verdwijnen (v) [(intransitive) to decrease, shrink, vanish]
diminuire (v) [calare] beteugelen (v) [calare]
diminuire (v) [livello] beteugelen (v) [livello]
diminuire (v) [spese] beteugelen (v) [spese]
diminuire (v) [calare] inperken (v) [calare]
diminuire (v) [livello] inperken (v) [livello]
diminuire (v) [spese] inperken (v) [spese]
diminuire (v) [calare] beperken (v) [calare]
diminuire (v) [dimensione] beperken (v) [dimensione]
diminuire (v) [livello] beperken (v) [livello]
diminuire (v) [quantità] beperken (v) [quantità]
diminuire (v) [spese] beperken (v) [spese]
diminuire (v) [velocità] beperken (v) [velocità]
diminuire (v) [calare] intomen (v) [calare]
diminuire (v) [livello] intomen (v) [livello]
diminuire (v) [spese] intomen (v) [spese]
diminuire (v) [ridurre] verlagen (v) [ridurre]
diminuire (v) [ridurre] inkrimpen (v) [ridurre]
diminuire (v) [calare] besnoeien (v) [calare]
diminuire (v) [livello] besnoeien (v) [livello]
diminuire (v) [spese] besnoeien (v) [spese]
diminuire (v) [prezzi] vallen (v) {n} [prezzi]
diminuire (v) [(intransitive) to decrease, shrink, vanish] krimpen (v) [(intransitive) to decrease, shrink, vanish]
diminuire (v) [prezzi] dalen (v) [prezzi]
diminuire (v) [prezzi] zakken (v) {n} [prezzi]
diminuire (v) [calare] langzamer bewegen (v) [calare]
diminuire (v) [dimensione] langzamer bewegen (v) [dimensione]
diminuire (v) [quantità] langzamer bewegen (v) [quantità]
diminuire (v) [spese] langzamer bewegen (v) [spese]
diminuire (v) [suono] langzamer bewegen (v) [suono]
diminuire (v) [velocità] langzamer bewegen (v) [velocità]
diminuire (v) [calare] minderen (v) [calare]
diminuire (v) [dimensione] minderen (v) [dimensione]
diminuire (v) [quantità] minderen (v) [quantità]
diminuire (v) [spese] minderen (v) [spese]
diminuire (v) [suono] minderen (v) [suono]
diminuire (v) [velocità] minderen (v) [velocità]
diminuire (v) [calare] reduceren (v) [calare]
diminuire (v) [livello] reduceren (v) [livello]
diminuire (v) [spese] reduceren (v) [spese]
diminuire (v) [dimensione] kleiner maken (v) [dimensione]
diminuire (v) [generale] kleiner maken (v) [generale]
diminuire (v) [calare] het mes zetten in (v) [calare]
diminuire (v) [dimensione] het mes zetten in (v) [dimensione]
diminuire (v) [quantità] het mes zetten in (v) [quantità]
diminuire (v) [spese] het mes zetten in (v) [spese]
diminuire (v) [velocità] het mes zetten in (v) [velocità]
diminuire (v) [calare] kappen in (v) [calare]
diminuire (v) [dimensione] kappen in (v) [dimensione]
diminuire (v) [quantità] kappen in (v) [quantità]
diminuire (v) [spese] kappen in (v) [spese]
diminuire (v) [velocità] kappen in (v) [velocità]
diminuire (v) [To make smaller] verkleinen (v) [To make smaller]
diminuire (v) [calare] verkleinen (v) [calare]
diminuire (v) [decrescere] verkleinen (v) [decrescere]
diminuire (v) [dimensione] verkleinen (v) [dimensione]
diminuire (v) [quantità] verkleinen (v) [quantità]
diminuire (v) [ridurre] verkleinen (v) [ridurre]
diminuire (v) [spese] verkleinen (v) [spese]
diminuire (v) [valore] verkleinen (v) [valore]
diminuire (v) [velocità] verkleinen (v) [velocità]
diminuire (v) [valore] afbreuk doen aan (v) [valore]
diminuire (v) [calare] terugschroeven (v) [calare]
diminuire (v) [livello] terugschroeven (v) [livello]
diminuire (v) [spese] terugschroeven (v) [spese]
diminuire (v) [(intransitive) to decrease, shrink, vanish] smelten (v) {n} [(intransitive) to decrease, shrink, vanish]