La ricerca insluiten ha prodotto 107 risultati
NL Olandese IT Italiano
insluiten (v) [algemeen] {n} includere (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} includere (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} includere (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} includere (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} includere (v) [omvatten]
NL Olandese IT Italiano
insluiten (v) [opsluiten] {n} includere (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} prendere in considerazione (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} prendere in considerazione (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} prendere in considerazione (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} prendere in considerazione (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} prendere in considerazione (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} prendere in considerazione (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} comprendere (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} comprendere (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} comprendere (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} comprendere (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} comprendere (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} comprendere (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} recintare (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} recintare (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} recintare (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} recintare (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} recintare (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} recintare (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} confinare (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} confinare (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} confinare (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} confinare (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} confinare (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} confinare (v) [opsluiten]
insluiten (v) [brief] {n} accludere (v) [brief]
insluiten (v) [brief] {n} allegare (v) [brief]
insluiten (v) [algemeen] {n} implicare (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} implicare (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} implicare (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} implicare (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} implicare (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} implicare (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} comportare (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} comportare (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} comportare (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} comportare (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} comportare (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} comportare (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} contenere (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} contenere (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} contenere (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} contenere (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} contenere (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} contenere (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} abbracciare (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} abbracciare (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} abbracciare (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} abbracciare (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} abbracciare (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} abbracciare (v) [opsluiten]
insluiten (v n) [to enclose to prevent escape] {n} assediare (v n) [to enclose to prevent escape]
insluiten (v) [algemeen] {n} cintare (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} cintare (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} cintare (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} cintare (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} cintare (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} cintare (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} recingere (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} recingere (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} recingere (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} recingere (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} recingere (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} recingere (v) [opsluiten]
insluiten (v n) [to enclose to prevent escape] {n} accerchiare (v n) [to enclose to prevent escape]
insluiten (v) [vijand] {n} accerchiare (v) [vijand]
insluiten (n) [omringen] {n} circondamento (n) {m} [omringen]
insluiten (n) [omringen] {n} cerchiamento (n) {m} [omringen]
insluiten (n) [omringen] {n} circondare (n) {m} [omringen]
insluiten (v) [omringen] {n} circondare (v) {m} [omringen]
insluiten (v n) [to encircle something or simultaneously extend in all directions] {n} circondare (v n) {m} [to encircle something or simultaneously extend in all directions]
insluiten (v n) [to enclose to prevent escape] {n} circondare (v n) {m} [to enclose to prevent escape]
insluiten (v) [vijand] {n} circondare (v) {m} [vijand]
insluiten (v) [omringen] {n} avanzare da ogni lato (v) [omringen]
insluiten (v) [vijand] {n} avanzare da ogni lato (v) [vijand]
insluiten (v) [omringen] {n} cingere (v) [omringen]
insluiten (v) [vijand] {n} cingere (v) [vijand]
insluiten (v) [algemeen] {n} chiudere dentro (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} chiudere dentro (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} chiudere dentro (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} chiudere dentro (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} chiudere dentro (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} chiudere dentro (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} rinchiudere (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} rinchiudere (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} rinchiudere (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} rinchiudere (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} rinchiudere (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} rinchiudere (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} mettere sotto chiave (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} mettere sotto chiave (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} mettere sotto chiave (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} mettere sotto chiave (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} mettere sotto chiave (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} mettere sotto chiave (v) [opsluiten]
insluiten (v) [algemeen] {n} relegare (v) [algemeen]
insluiten (v) [met zich meebrengen] {n} relegare (v) [met zich meebrengen]
insluiten (v) [mogelijkheid] {n} relegare (v) [mogelijkheid]
insluiten (v) [omheining] {n} relegare (v) [omheining]
insluiten (v) [omvatten] {n} relegare (v) [omvatten]
insluiten (v) [opsluiten] {n} relegare (v) [opsluiten]
insluiten (n) [algemeen] {n} inclusione (n) {f} [algemeen]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per insluiten IT Traduzioni
omringen [omsingelen] n gränsa till
omsluiten [omsingelen] n omringa
afbakenen [begrenzen] skissera
afperken [begrenzen] avgränsa
beperken [begrenzen] inskränka
omsingelen [belegeren] omringa
begrenzen [afbakenen] inskränka