La ricerca mettere in ordine ha prodotto 11 risultati
IT Italiano NL Olandese
mettere in ordine (v) [discorso] ordenen (v) [discorso]
mettere in ordine (v) [pulizia] ordenen (v) [pulizia]
mettere in ordine (n v) [arrange in order] rangschikken (n v) [arrange in order]
mettere in ordine (v) [discorso] rangschikken (v) [discorso]
mettere in ordine (v) [pulizia] rangschikken (v) [pulizia]
IT Italiano NL Olandese
mettere in ordine (v) [discorso] opruimen (v) [discorso]
mettere in ordine (v) [pulizia] opruimen (v) [pulizia]
mettere in ordine (v) [pulizia] schoonmaken (v) {n} [pulizia]
mettere in ordine (v) [pulizia] leegmaken (v) {n} [pulizia]
mettere in ordine (v) [discorso] in orde brengen (v) [discorso]
mettere in ordine (v) [pulizia] in orde brengen (v) [pulizia]

IT NL Traduzioni permettere

mettere (n v) [put on clothes] aantrekken (n v) [put on clothes]
mettere (v) [applicare] aanbrengen (v) [applicare]
mettere (v) [applicare] inwrijven (v) [applicare]
mettere (v) [applicare] opleggen (v) {n} [applicare]
mettere (v) [differenza] betalen (v) [differenza]
mettere (v) [differenza] bijleggen (v) [differenza]
mettere (v) [differenza] bijpassen (v) [differenza]
mettere (v) [movimento] zetten (v) [movimento]
mettere (v) [oggetti] zetten (v) [oggetti]
mettere (v n adj) [to put something down] zetten (v n adj) [to put something down]

IT NL Traduzioni perin

in opletten
in (o) [direzione] naar (o) [direzione]
in (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at] naar (particle prep adv) [in the direction of, and arriving at]
in wachten {n}
in (o) [direzione] bij (o) {m} [direzione]
in (o) [in ogni] bij (o) {m} [in ogni]
in (o) [preposizione] bij (o) {m} [preposizione]
in (o) [prossimità] bij (o) {m} [prossimità]
in (o) [direzione] op (o) [direzione]
in (o) [in ogni] op (o) [in ogni]

IT NL Traduzioni perordine

ordine (n v) [command, bidding] {m} opdracht (n v) {m} [command, bidding]
ordine (n v) [order] {m} opdracht (n v) {m} [order]
ordine (n) [pulizia] {m} netheid (n) {f} [pulizia]
ordine (n) [merce] {m} bestelling (n) {f} [merce]
ordine (n) [merce] {m} leveringsopdracht (n) {m} [merce]
ordine (n) [comando] {m} commando (n) {n} [comando]
ordine (n) [militare] {m} commando (n) {n} [militare]
ordine (n) [comando] {m} bevel (n) {n} [comando]
ordine (n v) [command, bidding] {m} bevel (n v) {n} [command, bidding]
ordine (n) [militare] {m} bevel (n) {n} [militare]
IT Sinonimi per mettere in ordine NL Traduzioni
preparare [allestire] opzetten
apparecchiare [allestire] dekken
servire [allestire] dienen
schierare [allineare] inzetten
mettere in fila [allineare] richten {n}
ordinare [allineare] commanderen