La ricerca missen ha prodotto 26 risultati
NL Olandese IT Italiano
missen (v) [persoon] risparmiare (v) [persoon]
missen (v) [persoon] sentire la mancanza di (v) [persoon]
missen (v) [gevoelstoestand] sentire la mancanza di (v) [gevoelstoestand]
missen (v) [persoon] mancare a (v) [persoon]
missen (v) [gevoelstoestand] mancare a (v) [gevoelstoestand]
NL Olandese IT Italiano
missen (v) [afwezigheid] accorgersi della sparizione di (v) [afwezigheid]
missen (v) [afwezigheid] mancare di (v) [afwezigheid]
missen (v) [kans] mancare (v) [kans]
missen (v) [gelegenheid] mancare (v) [gelegenheid]
missen (v) [kans] perdere (v) [kans]
missen (v) [gelegenheid] perdere (v) [gelegenheid]
missen (v) [kans] lasciare andare (v) [kans]
missen (v) [gelegenheid] lasciare andare (v) [gelegenheid]
missen (v) [gelegenheid] bruciare (v) [gelegenheid]
missen (v) [geven] risparmiare (v) [geven]
missen (v) [persoon] dare (v) {m} [persoon]
missen (v) [geven] dare (v) {m} [geven]
missen (v) [kans] fallire (v) [kans]
missen (v) [gelegenheid] fallire (v) [gelegenheid]
missen (v) [kans] lasciarsi sfuggire (v) [kans]
missen (v) [gelegenheid] lasciarsi sfuggire (v) [gelegenheid]
missen (v) [kans] lasciar passare (v) [kans]
missen (v) [gelegenheid] lasciar passare (v) [gelegenheid]
missen (v) [kans] buttare via (v) [kans]
missen (v) [gelegenheid] buttare via (v) [gelegenheid]
missen (v) [kans] bruciare (v) [kans]

Olandese Italiano traduzioni