La ricerca opmaken ha prodotto 21 risultati
NL Olandese IT Italiano
opmaken (v) [drukken] preparare per la stampa (v) [drukken]
opmaken (v) [opgebruiken] sprecare (v) [opgebruiken]
opmaken (v) [geld] sprecare (v) [geld]
opmaken (v) [schoonheidsverzorging] truccare (v) [schoonheidsverzorging]
opmaken (v) [bed] rifare (v) [bed]
NL Olandese IT Italiano
opmaken (v) [opgebruiken] sperperare (v) [opgebruiken]
opmaken (v) [geld] sperperare (v) [geld]
opmaken (v) [opgebruiken] scialacquare (v) [opgebruiken]
opmaken (v) [geld] scialacquare (v) [geld]
opmaken (v) [opgebruiken] dissipare (v) [opgebruiken]
opmaken (v) [geld] dissipare (v) [geld]
opmaken (v) [beslissing] dedurre (v) [beslissing]
opmaken (v) [drukken] comporre (v) [drukken]
opmaken (v) [opgebruiken] esaurire (v) [opgebruiken]
opmaken (v) [geld] esaurire (v) [geld]
opmaken (v) [opgebruiken] usare (v) [opgebruiken]
opmaken (v) [geld] usare (v) [geld]
opmaken (v) [opgebruiken] consumare (v) [opgebruiken]
opmaken (v) [geld] consumare (v) [geld]
opmaken (v) [beslissing] desumere (v) [beslissing]
opmaken (v) [beslissing] inferire (v) [beslissing]

Olandese Italiano traduzioni