La ricerca pakken ha prodotto 29 risultati
NL Olandese IT Italiano
pakken (v) [voorwerpen] afferrare (v) [voorwerpen]
pakken (v) [voorwerpen] fare i bagagli (v) [voorwerpen]
pakken (v) [reizen] fare i bagagli (v) [reizen]
pakken (v) [algemeen] fare i bagagli (v) [algemeen]
pakken (v) [voorwerpen] fare le valigie (v) [voorwerpen]
NL Olandese IT Italiano
pakken (v) [reizen] fare le valigie (v) [reizen]
pakken (v) [algemeen] fare le valigie (v) [algemeen]
pakken (v) [voorwerp] allungare la mano per prendere (v) [voorwerp]
pakken (v) [voorwerp] allungare il braccio per prendere (v) [voorwerp]
pakken (v) [voorwerpen] acchiappare (v) [voorwerpen]
pakken (v) [voorwerp] acchiappare (v) [voorwerp]
pakken (v) [reizen] acchiappare (v) [reizen]
pakken (v) [algemeen] acchiappare (v) [algemeen]
pakken (v) [algemeen] agguantare (v) [algemeen]
pakken (v n) [obtain] ottenere (v n) [obtain]
pakken (v) [algemeen] prendere (v) [algemeen]
pakken (v) [voorwerp] afferrare (v) [voorwerp]
pakken (v) [reizen] afferrare (v) [reizen]
pakken (v) [grab] afferrare (v) [grab]
pakken (v) [algemeen] afferrare (v) [algemeen]
pakken (v) [voorwerpen] arrivare a (v) [voorwerpen]
pakken (v) [voorwerp] arrivare a (v) [voorwerp]
pakken (v) [voorwerpen] raggiungere (v) [voorwerpen]
pakken (v) [voorwerp] raggiungere (v) [voorwerp]
pakken (v) [voorwerpen] prendere (v) [voorwerpen]
pakken (v) [voorwerp] prendere (v) [voorwerp]
pakken (v n) [to grab with the hands] prendere (v n) [to grab with the hands]
pakken (v) [reizen] prendere (v) [reizen]
pakken (v) [grab] prendere (v) [grab]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per pakken IT Traduzioni
grijpen [beetpakken] agguantare
nemen [beetpakken] ottenere
vatten [beetpakken] attaccare
betrappen [aanhouden] sgamare (n v adj)
verpakken [inpakken] n inscatolare
gebruiken [drinken] utilizzare
oplopen [krijgen] subire
benadelen [beetnemen] svantaggiare
fascineren [boeien] rapire
houden [blijven zitten] tenere
kleven [blijven zitten] n aderire
pikken [kiezen] (informal beccare (informal)
aanschaffen [nemen] n comprare
bemachtigen [nemen] ottenere
wegnemen [nemen] n togliere
ontfutselen [nemen] fregare (informal)
optillen [opnemen] tirare su
oppakken [opnemen] attaccare
verslaan [inmaken] battere {m}
kloppen [inmaken] n picchiare