La ricerca regelen ha prodotto 22 risultati
NL Olandese IT Italiano
regelen (v) [afstellen] regolare (v) [afstellen]
regelen (v) [plannen] mettersi d'accordo (v) [plannen]
regelen (v) [vergadering] mettere a punto (v) [vergadering]
regelen (v) [afstellen] mettere a punto (v) [afstellen]
regelen (v) [vergadering] aggiustare (v) [vergadering]
NL Olandese IT Italiano
regelen (v) [afstellen] aggiustare (v) [afstellen]
regelen (v adj) [to arrange for an outcome] inserire (v adj) [to arrange for an outcome]
regelen (v) [plannen] decidere (v) [plannen]
regelen (v) [vergadering] regolare (v) [vergadering]
regelen (v) [probleem] regolare (v) [probleem]
regelen (v) [controle] regolare (v) [controle]
regelen (v) [probleem] sistemare (v) [probleem]
regelen (v) [vergadering] organizzare (v) [vergadering]
regelen (v adj) [to arrange for an outcome] organizzare (v adj) [to arrange for an outcome]
regelen (v) [plannen] organizzare (v) [plannen]
regelen (v) [afstellen] organizzare (v) [afstellen]
regelen (v) [vergadering] combinare (v) [vergadering]
regelen (v) [plannen] combinare (v) [plannen]
regelen (v) [afstellen] combinare (v) [afstellen]
regelen (v) [vergadering] arrangiare (v) [vergadering]
regelen (v) [afstellen] arrangiare (v) [afstellen]
regelen (v adj) [to order logically] ordinare (v adj) [to order logically]

Olandese Italiano traduzioni