La ricerca superare ha prodotto 49 risultati
IT Italiano NL Olandese
superare (v) [persona] overtroeven (v) [persona]
superare (v) [confine] overtreffen (v) [confine]
superare (v) [persona] overtreffen (v) [persona]
superare (v) [rivale] overtreffen (v) [rivale]
superare (v) [somiglianza] overtreffen (v) [somiglianza]
IT Italiano NL Olandese
superare (n v) [to beat] slaan (n v) {n} [to beat]
superare (v) [shock] bekomen van (v) [shock]
superare (n v) [to beat] overmeesteren (n v) [to beat]
superare (v) [concorso] voorbijstreven (v) [concorso]
superare (v) [persona] voorbijstreven (v) [persona]
superare (v) [rivale] voorbijstreven (v) [rivale]
superare (v) [somiglianza] voorbijstreven (v) [somiglianza]
superare (v) [concorso] overtroeven (v) [concorso]
superare (v) [concorso] overtreffen (v) [concorso]
superare (v) [rivale] overtroeven (v) [rivale]
superare (v) [somiglianza] overtroeven (v) [somiglianza]
superare (v) [confine] te boven gaan (v) [confine]
superare (v) [somiglianza] te boven gaan (v) [somiglianza]
superare (v) [confine] overstijgen (v) [confine]
superare (v) [somiglianza] overstijgen (v) [somiglianza]
superare (v) [concorso] overklassen (v) [concorso]
superare (v) [persona] overklassen (v) [persona]
superare (v) [rivale] overklassen (v) [rivale]
superare (v) [somiglianza] overklassen (v) [somiglianza]
superare (v) [limite] te buiten gaan (v) [limite]
superare (v) [confine] oversteken (v) [confine]
superare (v) [persona] verslaan (v) [persona]
superare (v) [rivale] verslaan (v) [rivale]
superare (v) [somiglianza] verslaan (v) [somiglianza]
superare (n v) [to beat] verslaan (n v) [to beat]
superare (v) [difficoltà] overwinnen (v) [difficoltà]
superare (n v) [to beat] overwinnen (n v) [to beat]
superare (v) [difficoltà] te boven komen (v) [difficoltà]
superare (v) [stato emozionale] te boven komen (v) [stato emozionale]
superare (v) [esame] slagen (v) [esame]
superare (v) [shock] herstellen van (v) [shock]
superare (v) [generale] de proef doorstaan (v) [generale]
superare (v) [concorso] verslaan (v) [concorso]
superare (v) [somiglianza] oversteken (v) [somiglianza]
superare (v) [intransitive: to be much better than others] uitblinken (v) [intransitive: to be much better than others]
superare (v) [sviluppo] ontgroeien (v) [sviluppo]
superare (v) [sviluppo] groeien uit (v) [sviluppo]
superare (v) [concorso] uitsteken boven (v) [concorso]
superare (v) [persona] uitsteken boven (v) [persona]
superare (v) [rivale] uitsteken boven (v) [rivale]
superare (v) [somiglianza] uitsteken boven (v) [somiglianza]
superare (v) [confine] overschrijden (v) [confine]
superare (v) [limite] overschrijden (v) [limite]
superare (v) [somiglianza] overschrijden (v) [somiglianza]
IT Sinonimi per superare NL Traduzioni
andare oltre [eccedere] oversteken
abbattere [gettare a terra] vellen
rovesciare [gettare a terra] doen
demolire [gettare a terra] slopen
distruggere [gettare a terra] slopen
rovinare [gettare a terra] beschadigen
annientare [gettare a terra] inmaken
piegare [gettare a terra] plooien
vincere [gettare a terra] veroveren
atterrare [gettare a terra] aandrukken
passare [oltrepassare] zeven {n}
guadare [oltrepassare] waden
attraversare [oltrepassare] oversteken
avvantaggiarsi [superare] uitbuiten
sbaragliare [vincere] verpletteren
sconfiggere [vincere] overwinnen
battere [vincere] m overwinnen
migliorare [frantumare] amelioreren (v)
ritoccare [frantumare] retoucheren {n}
sorpassare [passare oltre] overtreffen