La ricerca tekort ha prodotto 38 risultati
NL Olandese IT Italiano
tekort (n) [geld] {n} ammanco (n) {m} [geld]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} mancanza (n) {f} [hoeveelheid]
tekort (n) [lack (of)] {n} mancanza (n) {f} [lack (of)]
tekort (n) [gebrek] {n} carenza (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} carenza (n) {f} [hoeveelheid]
NL Olandese IT Italiano
tekort (n) [gebrek] {n} manchevolezza (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [karakter] {n} manchevolezza (n) {f} [karakter]
tekort (n) [gebrek] {n} demerito (n) {m} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} demerito (n) {m} [hoeveelheid]
tekort (n) [karakter] {n} demerito (n) {m} [karakter]
tekort (n) [gebrek] {n} mancanza (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [handel - financiën] {n} ammanco (n) {m} [handel - financiën]
tekort (n) [an inadequate amount of something; a shortage] {n} scarsità (n) {f} [an inadequate amount of something; a shortage]
tekort (n) [gebrek] {n} scarsità (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} scarsità (n) {f} [hoeveelheid]
tekort (n) [gebrek] {n} insufficienza (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} insufficienza (n) {f} [hoeveelheid]
tekort (n) [Insufficiency] {n} deficienza (n) [Insufficiency]
tekort (n) [inadequacy or incompleteness] {n} deficienza (n) [inadequacy or incompleteness]
tekort (n) [gebrek] {n} pecca (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [gebrek] {n} assenza (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} assenza (n) {f} [hoeveelheid]
tekort (n) [lack; deficiency; nonexistence] {n} assenza (n) {f} [lack; deficiency; nonexistence]
tekort (n) [gebrek] {n} vuoto (n) {m} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} vuoto (n) {m} [hoeveelheid]
tekort (n) [karakter] {n} fragilità (n) {f} [karakter]
tekort (n) [gebrek] {n} difetto (n) {m} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} difetto (n) {m} [hoeveelheid]
tekort (n) [karakter] {n} difetto (n) {m} [karakter]
tekort (adj prep v) [not existing] {n} assente (adj prep v) {m} [not existing]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} pecca (n) {f} [hoeveelheid]
tekort (n) [karakter] {n} pecca (n) {f} [karakter]
tekort (n) [geld] {n} deficit (n) {m} [geld]
tekort (n) [handel - financiën] {n} deficit (n) {m} [handel - financiën]
tekort (n) [geld] {n} disavanzo (n) {m} [geld]
tekort (n) [handel - financiën] {n} disavanzo (n) {m} [handel - financiën]
tekort (n) [gebrek] {n} lacuna (n) {f} [gebrek]
tekort (n) [hoeveelheid] {n} lacuna (n) {f} [hoeveelheid]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per tekort IT Traduzioni
gebrek [schaarste] n vuoto {m}
schaarsheid [schaarste] f scarsità {f}
schaarste [gebrek] f carenza {f}
afwezigheid [gemis] f assenza {f}
ontbreken [gemis] n assenza {f}
gemis [gaping] n assenza {f}
hiaat [gaping] m vuoto {m}
lacune [gaping] m vuoto {m}
leegte [gaping] f vuoto {m}
tekortkoming [gaping] f demerito {m}
weglating [gaping] f ellissi {f}
leemte [gaping] f vuoto {m}
verlies [schuld] n orbezza (n)
gat [schuld] (informal sedere {m}