La ricerca vallen ha prodotto 58 risultati
NL Olandese IT Italiano
vallen (v) [prijzen] {n} crollare (v) [prijzen]
vallen (v) [prijzen] {n} cadere (v) [prijzen]
vallen (v) [regering] {n} cadere (v) [regering]
vallen (v) [tijd] {n} cadere (v) [tijd]
vallen (n v) [to fall] {n} cadere (n v) [to fall]
NL Olandese IT Italiano
vallen (v) [verkoop] {n} cadere (v) [verkoop]
vallen (v) [aantal] {n} essere (v) {m} [aantal]
vallen (v) [categorie] {n} essere (v) {m} [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} essere (v) {m} [intransitief]
vallen (v) [prijzen] {n} essere (v) {m} [prijzen]
vallen (v) [tijd] {n} essere (v) {m} [tijd]
vallen (v) [verkoop] {n} essere (v) {m} [verkoop]
vallen (v) [aantal] {n} crollare (v) [aantal]
vallen (v) [categorie] {n} crollare (v) [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} crollare (v) [intransitief]
vallen (v) [nacht] {n} cadere (v) [nacht]
vallen (v) [tijd] {n} crollare (v) [tijd]
vallen (v) [verkoop] {n} crollare (v) [verkoop]
vallen (v n) [become or change into] {n} diventare (v n) [become or change into]
vallen (v n) [become or change into] {n} divenire (v n) [become or change into]
vallen (n) [val] {n} caduta (n) {f} [val]
vallen (n) [val] {n} crollo (n) {m} [val]
vallen (v) [aantal] {n} subire un tracollo (v) [aantal]
vallen (v) [categorie] {n} subire un tracollo (v) [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} subire un tracollo (v) [intransitief]
vallen (v) [prijzen] {n} subire un tracollo (v) [prijzen]
vallen (v) [tijd] {n} subire un tracollo (v) [tijd]
vallen (v) [verkoop] {n} subire un tracollo (v) [verkoop]
vallen (v) [regering] {n} rovesciare (v) [regering]
vallen (v) [prijzen] {n} abbassarsi (v) [prijzen]
vallen (v) [categorie] {n} calare (v) [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} calare (v) [intransitief]
vallen (v) [prijzen] {n} calare (v) [prijzen]
vallen (v) [tijd] {n} calare (v) [tijd]
vallen (v) [verkoop] {n} calare (v) [verkoop]
vallen (v) [aantal] {n} diminuire (v) [aantal]
vallen (v) [categorie] {n} diminuire (v) [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} diminuire (v) [intransitief]
vallen (v) [prijzen] {n} diminuire (v) [prijzen]
vallen (v) [tijd] {n} diminuire (v) [tijd]
vallen (v) [verkoop] {n} diminuire (v) [verkoop]
vallen (v) [aantal] {n} abbassarsi (v) [aantal]
vallen (v) [categorie] {n} abbassarsi (v) [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} abbassarsi (v) [intransitief]
vallen (v) [aantal] {n} calare (v) [aantal]
vallen (v) [tijd] {n} abbassarsi (v) [tijd]
vallen (v) [verkoop] {n} abbassarsi (v) [verkoop]
vallen (v) [aantal] {n} scendere (v) [aantal]
vallen (v) [categorie] {n} scendere (v) [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} scendere (v) [intransitief]
vallen (v) [prijzen] {n} scendere (v) [prijzen]
vallen (v) [tijd] {n} scendere (v) [tijd]
vallen (v) [verkoop] {n} scendere (v) [verkoop]
vallen (v) [aantal] {n} cadere (v) [aantal]
vallen (v n) [become or change into] {n} cadere (v n) [become or change into]
vallen (v) [categorie] {n} cadere (v) [categorie]
vallen (v) [intransitief] {n} cadere (v) [intransitief]
vallen (v n) [move to a lower position under the effect of gravity] {n} cadere (v n) [move to a lower position under the effect of gravity]

Olandese Italiano traduzioni