La ricerca vastmaken ha prodotto 12 risultati
NL Olandese IT Italiano
vastmaken (v) [nautisch] legare (v) [nautisch]
vastmaken (v) [vasthechten] legare (v) [vasthechten]
vastmaken (v) [nautisch] attaccare (v) [nautisch]
vastmaken (v) [vasthechten] attaccare (v) [vasthechten]
vastmaken (v) [nautisch] fissare (v) [nautisch]
NL Olandese IT Italiano
vastmaken (v) [vasthechten] fissare (v) [vasthechten]
vastmaken (v) [nautisch] assicurare (v) [nautisch]
vastmaken (v) [vasthechten] assicurare (v) [vasthechten]
vastmaken (n v) [to restrict something with a tether] incatenare (n v) [to restrict something with a tether]
vastmaken (n v) [to restrict something with a tether] imbrigliare (n v) [to restrict something with a tether]
vastmaken (v n) [to tie a line] ammanigliare (v n) [to tie a line]
vastmaken (n v) [to restrict something with a tether] tenere al guinzaglio (n v) [to restrict something with a tether] (n v)

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per vastmaken IT Traduzioni
vastknopen [vastbinden] knot
sjorren [vastbinden] heave
plakken [lijmen] paste
kleven [lijmen] n tailgate
fixeren [vastmaken] n secure
vastbinden [sjorren] tie up
knopen [strikken] knot
nieten [bevestigen] staple
vasthechten [bevestigen] fix
verbinden [koppelen] n conflate
bevestigen [vastzetten] endorse
verankeren [vastzetten] anchor
verstevigen [vastzetten] make firmer
strikken [knopen] snare
aanbinden [aanhechten] commence (formal)
aanzetten [aanleggen] switch on
plaatsen [aanleggen] locate (formal)
zetten [aanleggen] stand up
aanbrengen [aanleggen] denounce
omleggen [aandoen] commute