Woxikon / Dizionario / Italiano Olandese / V / verklaren

IT NL Italiano Olandese traduzioni per verklaren

La ricerca verklaren ha prodotto 59 risultati
Vai a Olandese » Italiano
NL Olandese IT Italiano
verklaren (v) [algemeen] {n} giustificare (v) [algemeen]
verklaren (v) [verkondigen] {n} chiarificare (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} chiarificare (v) [zeggen]
verklaren (v) [algemeen] {n} delucidare (v) [algemeen]
verklaren (v) [ophelderen] {n} delucidare (v) [ophelderen]
NL Olandese IT Italiano
verklaren (v) [uitleggen] {n} delucidare (v) [uitleggen]
verklaren (v) [verklaring] {n} delucidare (v) [verklaring]
verklaren (v) [verkondigen] {n} delucidare (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} delucidare (v) [zeggen]
verklaren (v) [algemeen] {n} rendere chiaro (v) [algemeen]
verklaren (v) [ophelderen] {n} rendere chiaro (v) [ophelderen]
verklaren (v) [uitleggen] {n} rendere chiaro (v) [uitleggen]
verklaren (v) [verklaring] {n} rendere chiaro (v) [verklaring]
verklaren (v) [verkondigen] {n} rendere chiaro (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} rendere chiaro (v) [zeggen]
verklaren (v) [verklaring] {n} chiarificare (v) [verklaring]
verklaren (v) [ophelderen] {n} giustificare (v) [ophelderen]
verklaren (v) [uitleggen] {n} giustificare (v) [uitleggen]
verklaren (v) [verklaring] {n} giustificare (v) [verklaring]
verklaren (v) [verkondigen] {n} giustificare (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} giustificare (v) [zeggen]
verklaren (n) [document] {n} certificazione (n) {f} [document]
verklaren (v) [algemeen] {n} professare (v) [algemeen]
verklaren (v) [ophelderen] {n} professare (v) [ophelderen]
verklaren (v) [uitleggen] {n} professare (v) [uitleggen]
verklaren (v) [verklaring] {n} professare (v) [verklaring]
verklaren (v) [verkondigen] {n} professare (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} professare (v) [zeggen]
verklaren (v) [report] {n} illustrare (v) [report]
verklaren (v) [report] {n} chiosare (v) [report]
verklaren (v) [verklaring] {n} spiegare (v) [verklaring]
verklaren (n v) [declare to be a fact] {n} dichiarare (n v) [declare to be a fact]
verklaren (v) [ophelderen] {n} dichiarare (v) [ophelderen]
verklaren (v) [to affirm or state something emphatically] {n} dichiarare (v) [to affirm or state something emphatically]
verklaren (v) [to announce one's support, choice, opinion, etc] {n} dichiarare (v) [to announce one's support, choice, opinion, etc]
verklaren (v) [to announce something formally or officially] {n} dichiarare (v) [to announce something formally or officially]
verklaren (v) [to make a declaration] {n} dichiarare (v) [to make a declaration]
verklaren (v) [uitleggen] {n} dichiarare (v) [uitleggen]
verklaren (v) [verklaring] {n} dichiarare (v) [verklaring]
verklaren (v) [verkondigen] {n} dichiarare (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} dichiarare (v) [zeggen]
verklaren (v) [algemeen] {n} spiegare (v) [algemeen]
verklaren (v) [ophelderen] {n} spiegare (v) [ophelderen]
verklaren (v) [report] {n} spiegare (v) [report]
verklaren (v) [uitleggen] {n} spiegare (v) [uitleggen]
verklaren (v) [algemeen] {n} dichiarare (v) [algemeen]
verklaren (v) [verkondigen] {n} spiegare (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} spiegare (v) [zeggen]
verklaren (v) [algemeen] {n} chiarire (v) [algemeen]
verklaren (v) [make clear] {n} chiarire (v) [make clear]
verklaren (v) [ophelderen] {n} chiarire (v) [ophelderen]
verklaren (adj adv v) [to eliminate ambiguity or doubt; to clarify] {n} chiarire (adj adv v) [to eliminate ambiguity or doubt; to clarify]
verklaren (v) [uitleggen] {n} chiarire (v) [uitleggen]
verklaren (v) [verklaring] {n} chiarire (v) [verklaring]
verklaren (v) [verkondigen] {n} chiarire (v) [verkondigen]
verklaren (v) [zeggen] {n} chiarire (v) [zeggen]
verklaren (v) [algemeen] {n} chiarificare (v) [algemeen]
verklaren (v) [ophelderen] {n} chiarificare (v) [ophelderen]
verklaren (v) [uitleggen] {n} chiarificare (v) [uitleggen]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per verklaren IT Traduzioni
uiteenzetten [toelichten] esplicare
staven [beredeneren] dimostrare la fondatezza di
toelichten [beredeneren] spiegare
motiveren [beredeneren] stimolare
uitleggen [opvatten] illustrare
interpreteren [opvatten] interpretare
beweren [bevestigen] affermare
getuigen [bevestigen] testimoniare di
begrijpen [uitleggen] comprendere
opvatten [uitleggen] interpretare
verduidelijken [uitleggen] chiarire
opmerken [meedelen] sottolineare
spreken [meedelen] n parlare {m}
uitspreken [meedelen] n pronunziare
verkondigen [meedelen] professare
vermelden [meedelen] n menzione {f}
vertellen [meedelen] raccontare
zeggen [meedelen] dire
stellen [bekendmaken] immaginare
meedelen [zeggen] trasmettere