Woxikon / Verbi / Olandese / D / degusteren

NL Olandese coniugazione di degusteren

Forme verbali complessive: 52
Imperativi e participi
Tegenwoordig en verleden deelwoord degusterend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gedegusteerd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens degusteer degusteert degusteert degusteren degusteren degusteren
Imperfect degusteerde degusteerde degusteerde degusteerden degusteerden degusteerden
Toekomende tijd I zal degusteren zult degusteren zal degusteren zullen degusteren zullen degusteren zullen degusteren
Conditionalis I zou degusteren zou degusteren zou degusteren zouden degusteren zouden degusteren zouden degusteren
Perfectum heb gedegusteerd hebt gedegusteerd heeft gedegusteerd hebben gedegusteerd hebben gedegusteerd hebben gedegusteerd
Voltooid verleden tijd had gedegusteerd had gedegusteerd had gedegusteerd hadden gedegusteerd hadden gedegusteerd hadden gedegusteerd
Toekomende tijd II zal gedegusteerd hebben zult gedegusteerd hebben zal gedegusteerd hebben zullen gedegusteerd hebben zullen gedegusteerd hebben zullen gedegusteerd hebben
Conditionalis II zou hebben gedegusteerd zou hebben gedegusteerd zou hebben gedegusteerd zouden hebben gedegusteerd zouden hebben gedegusteerd zouden hebben gedegusteerd
Imperatief - degusteer - - degusteert -

Verbi simili a degusteren

Verbi coniugati prima e dopo degusteren

« degusteren »

Più azioni per degusteren