Woxikon / Verbi / Olandese / I / institutionalizeren

NL Olandese coniugazione di institutionalizeren

Forme verbali complessive: 52
Imperativi e participi
Tegenwoordig en verleden deelwoord institutionalizerend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geïnstitutionalizeerd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens institutionalizeer institutionalizeert institutionalizeert institutionalizeren institutionalizeren institutionalizeren
Imperfect institutionalizeerde institutionalizeerde institutionalizeerde institutionalizeerden institutionalizeerden institutionalizeerden
Toekomende tijd I zal institutionalizeren zult institutionalizeren zal institutionalizeren zullen institutionalizeren zullen institutionalizeren zullen institutionalizeren
Conditionalis I zou institutionalizeren zou institutionalizeren zou institutionalizeren zouden institutionalizeren zouden institutionalizeren zouden institutionalizeren
Perfectum heb geïnstitutionalizeerd hebt geïnstitutionalizeerd heeft geïnstitutionalizeerd hebben geïnstitutionalizeerd hebben geïnstitutionalizeerd hebben geïnstitutionalizeerd
Voltooid verleden tijd had geïnstitutionalizeerd had geïnstitutionalizeerd had geïnstitutionalizeerd hadden geïnstitutionalizeerd hadden geïnstitutionalizeerd hadden geïnstitutionalizeerd
Toekomende tijd II zal geïnstitutionalizeerd hebben zult geïnstitutionalizeerd hebben zal geïnstitutionalizeerd hebben zullen geïnstitutionalizeerd hebben zullen geïnstitutionalizeerd hebben zullen geïnstitutionalizeerd hebben
Conditionalis II zou hebben geïnstitutionalizeerd zou hebben geïnstitutionalizeerd zou hebben geïnstitutionalizeerd zouden hebben geïnstitutionalizeerd zouden hebben geïnstitutionalizeerd zouden hebben geïnstitutionalizeerd
Imperatief - institutionalizeer - - institutionalizeert -

Verbi simili a institutionalizeren

Verbi coniugati prima e dopo institutionalizeren

« institutionalizeren »

Più azioni per institutionalizeren