Woxikon / Verbi / Olandese / V / vernestelen

NL Olandese coniugazione di vernestelen

Forme verbali complessive: 52
Imperativi e participi
Tegenwoordig en verleden deelwoord vernestelend
Tegenwoordig en verleden deelwoord vernesteld
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens vernestel vernestelt vernestelt vernestelen vernestelen vernestelen
Imperfect vernestelde vernestelde vernestelde vernestelden vernestelden vernestelden
Toekomende tijd I zal vernestelen zult vernestelen zal vernestelen zullen vernestelen zullen vernestelen zullen vernestelen
Conditionalis I zou vernestelen zou vernestelen zou vernestelen zouden vernestelen zouden vernestelen zouden vernestelen
Perfectum heb vernesteld hebt vernesteld heeft vernesteld hebben vernesteld hebben vernesteld hebben vernesteld
Voltooid verleden tijd had vernesteld had vernesteld had vernesteld hadden vernesteld hadden vernesteld hadden vernesteld
Toekomende tijd II zal vernesteld hebben zult vernesteld hebben zal vernesteld hebben zullen vernesteld hebben zullen vernesteld hebben zullen vernesteld hebben
Conditionalis II zou hebben vernesteld zou hebben vernesteld zou hebben vernesteld zouden hebben vernesteld zouden hebben vernesteld zouden hebben vernesteld
Imperatief - vernestel - - vernestelt -

Verbi simili a vernestelen

Verbi coniugati prima e dopo vernestelen

« vernestelen »

Più azioni per vernestelen