La ricerca chiudere ha prodotto 56 risultati
IT Italiano NL Olandese
chiudere (v) [porta] dichtgaan (v) [porta]
chiudere (v n adj) [move (a door)] sluiten (v n adj) {n} [move (a door)]
chiudere (v) [porta] sluiten (v) {n} [porta]
chiudere (v) [soggetto] sluiten (v) {n} [soggetto]
chiudere (v n) [to close] sluiten (v n) {n} [to close]
IT Italiano NL Olandese
chiudere (v) [conferenza] afwikkelen (v) [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] afwikkelen (v) [fabbrica]
chiudere (v) [porta] afwikkelen (v) [porta]
chiudere (v) [soggetto] afwikkelen (v) [soggetto]
chiudere (v) [ombrello] opvouwen (v) [ombrello]
chiudere (v) [tavolo - sedia] opvouwen (v) [tavolo - sedia]
chiudere (v) [compagnia] dichtgaan (v) [compagnia]
chiudere (v) [conferenza] dichtgaan (v) [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] dichtgaan (v) [fabbrica]
chiudere (v) [fabbrica] sluiten (v) {n} [fabbrica]
chiudere (v) [soggetto] dichtgaan (v) [soggetto]
chiudere (v) [conferenza] dichtdoen (v) [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] dichtdoen (v) [fabbrica]
chiudere (v n adj) [move (a door)] dichtdoen (v n adj) [move (a door)]
chiudere (v) [porta] dichtdoen (v) [porta]
chiudere (v) [soggetto] dichtdoen (v) [soggetto]
chiudere (v) [conferenza] dichtmaken (v) [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] dichtmaken (v) [fabbrica]
chiudere (v) [porta] dichtmaken (v) [porta]
chiudere (v) [soggetto] dichtmaken (v) [soggetto]
chiudere (v) [tavolo - sedia] samenvouwen (v) [tavolo - sedia]
chiudere (v n) [to close] dichtklappen (v n) [to close]
chiudere (v n) [to shut up] stil houden (v n) [to shut up] (v n)
chiudere (v) [conferenza] voltooien (v) [conferenza]
chiudere (v) [buco] dichten (v) [buco]
chiudere (v n adj) [obstruct (an opening)] dichten (v n adj) [obstruct (an opening)]
chiudere (v) [affare] afsluiten (v) [affare]
chiudere (v) [conferenza] afsluiten (v) [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] afsluiten (v) [fabbrica]
chiudere (v) [porta] afsluiten (v) [porta]
chiudere (v) [rubinetto] afsluiten (v) [rubinetto]
chiudere (v) [soggetto] afsluiten (v) [soggetto]
chiudere (v) [rubinetto] dichtdraaien (v) [rubinetto]
chiudere (v) [conferenza] afronden (v) {n} [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] afronden (v) {n} [fabbrica]
chiudere (v) [porta] afronden (v) {n} [porta]
chiudere (v) [soggetto] afronden (v) {n} [soggetto]
chiudere (v) [buco] stoppen (v) {n} [buco]
chiudere (v) [fabbrica] voltooien (v) [fabbrica]
chiudere (v) [porta] voltooien (v) [porta]
chiudere (v) [soggetto] voltooien (v) [soggetto]
chiudere (v) [conferenza] beëindigen (v) [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] beëindigen (v) [fabbrica]
chiudere (v) [porta] beëindigen (v) [porta]
chiudere (v) [soggetto] beëindigen (v) [soggetto]
chiudere (v) [conferenza] op slot doen (v) [conferenza]
chiudere (v) [fabbrica] op slot doen (v) [fabbrica]
chiudere (v) [porta] op slot doen (v) [porta]
chiudere (v) [soggetto] op slot doen (v) [soggetto]
chiudere (v) [compagnia] sluiten (v) {n} [compagnia]
chiudere (v) [conferenza] sluiten (v) {n} [conferenza]