La ricerca essere presente ha prodotto 12 risultati
IT Italiano NL Olandese
essere presente (v) [esistere] voorkomen (v) {n} [esistere]
essere presente (v) [oggetti] voorkomen (v) {n} [oggetti]
essere presente (v) [conferenza] bijwonen (v) [conferenza]
essere presente (v) [conferenza] aanwezig zijn bij (v) [conferenza]
essere presente (v) [conferenza] aanwezig zijn (v) [conferenza]
IT Italiano NL Olandese
essere presente (v) [esistere] aanwezig zijn (v) [esistere]
essere presente (v) [oggetti] aanwezig zijn (v) [oggetti]
essere presente (v) [esistere] bestaan (v) {n} [esistere]
essere presente (v) [oggetti] bestaan (v) {n} [oggetti]
essere presente (v) [aiutare] klaarstaan voor iemand (v) [aiutare]
essere presente (v) [aiutare] gereedstaan voor iemand (v) [aiutare]
essere presente (v) [aiutare] geheel tot iemands beschikking staan (v) [aiutare]

IT NL Traduzioni peressere

essere (v) [used to form the passive voice] {m} worden (v) {n} [used to form the passive voice]
essere (v) [to be plentiful] {m} overvloedig (v) [to be plentiful]
essere (v) [filosofia] {m} zich bevinden (v) [filosofia]
essere (v) [generale] {m} zich bevinden (v) [generale]
essere (v) [luogo] {m} zich bevinden (v) [luogo]
essere (v) [occupy a place] {m} liggen (v) [occupy a place]
essere (n) [esistenza] {m} zijn (n) {n} [esistenza]
essere (v) [filosofia] {m} zijn (v) {n} [filosofia]
essere (v) [generale] {m} zijn (v) {n} [generale]
essere (v) [luogo] {m} zijn (v) {n} [luogo]

IT NL Traduzioni perpresente

presente (a) [circostanze] {m} actueel (a) [circostanze]
presente (a) [questo] {m} actueel (a) [questo]
presente (a) [tempo] {m} actueel (a) [tempo]
presente (a) [circostanze] {m} huidig (a) [circostanze]
presente (a) [questo] {m} huidig (a) [questo]
presente (a) [tempo] {m} huidig (a) [tempo]
presente (a) [circostanze] {m} tegenwoordig (a) [circostanze]
presente (a) [questo] {m} tegenwoordig (a) [questo]
presente (a) [tempo] {m} tegenwoordig (a) [tempo]
presente (o) [presenza] {m} ter plaatse (o) [presenza]
IT Sinonimi per essere presente NL Traduzioni
assistere [assistere] bijstaan
guardare [presenziare] kijken
partecipare [presenziare] deelnemen
intervenire [presenziare] zich voordoen
benedire [presenziare] zegenen
tenere presente [avere presente] rekening houden met
presente [avere presente] m cadeau {n}