La ricerca ongeluk ha prodotto 30 risultati
NL Olandese IT Italiano
ongeluk (n) [tegenslag] {n} avversità (n) {f} [tegenslag]
ongeluk (n) [misfortune] {n} jella (n) [misfortune] (n)
ongeluk (n) [misfortune] {n} iella (n) [misfortune]
ongeluk (n) [misfortune] {n} malasorte (n) [misfortune]
ongeluk (n) [misfortune] {n} sfiga (n) [misfortune]
NL Olandese IT Italiano
ongeluk (n) [verkeer] {n} disgrazia (n) {f} [verkeer]
ongeluk (n) [tegenslag] {n} disgrazia (n) {f} [tegenslag]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} disgrazia (n) {f} [gebeurtenis]
ongeluk (n) [algemeen] {n} disgrazia (n) {f} [algemeen]
ongeluk (n) [verkeer] {n} sfortuna (n) {f} [verkeer]
ongeluk (n) [tegenslag] {n} sfortuna (n) {f} [tegenslag]
ongeluk (n) [misfortune] {n} sfortuna (n) {f} [misfortune]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} sfortuna (n) {f} [gebeurtenis]
ongeluk (n) [algemeen] {n} sfortuna (n) {f} [algemeen]
ongeluk (n) [verkeer] {n} avversità (n) {f} [verkeer]
ongeluk (n) [algemeen] {n} incidente (n) {m} [algemeen]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} avversità (n) {f} [gebeurtenis]
ongeluk (n) [algemeen] {n} avversità (n) {f} [algemeen]
ongeluk (n) [verkeer] {n} scontro (n) {m} [verkeer]
ongeluk (n) [tegenslag] {n} scontro (n) {m} [tegenslag]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} scontro (n) {m} [gebeurtenis]
ongeluk (n) [algemeen] {n} scontro (n) {m} [algemeen]
ongeluk (n) [verkeer] {n} collisione (n) {f} [verkeer]
ongeluk (n) [tegenslag] {n} collisione (n) {f} [tegenslag]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} collisione (n) {f} [gebeurtenis]
ongeluk (n) [algemeen] {n} collisione (n) {f} [algemeen]
ongeluk (n) [verkeer] {n} incidente (n) {m} [verkeer]
ongeluk (n) [unexpected event with negative consequences] {n} incidente (n) {m} [unexpected event with negative consequences]
ongeluk (n) [tegenslag] {n} incidente (n) {m} [tegenslag]
ongeluk (n) [gebeurtenis] {n} incidente (n) {m} [gebeurtenis]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per ongeluk IT Traduzioni
gesel [beproeving] m flagello {m}
onheil [beproeving] n disastro {m}
plaag [beproeving] m flagello {m}
rampspoed [beproeving] m sfortuna {f}
slag [beproeving] m battaglia {f}
tegenspoed [beproeving] m avversità {f}
vloek [beproeving] m maleficio
ramp [beproeving] m disastro {m}
gevaar [ellende] n pericolo {m}
noodlot [catastrofe] n fortuna {f}
tragedie [catastrofe] f tragico {m}
schade [kwaad] m detrimento {m}
tegenslag [pech] m avversità {f}
pech [tegenslag] m malasorte
strop [tegenslag] m tagliola
tegenvaller [tegenslag] m incidente {m}
beproeving [ramp] f tribolazione
catastrofe [tragedie] m disastro {m}