La ricerca troep ha prodotto 64 risultati
NL Olandese IT Italiano
troep (n) [mensen] {m} folla (n) {f} [mensen]
troep (n) [voorwerpen] {m} caos (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} caos (n) {m} [wanorde]
troep (n) [uiterlijk] {m} baraonda (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [wanorde] {m} baraonda (n) {f} [wanorde]
NL Olandese IT Italiano
troep (n) [uiterlijk] {m} disorganizzazione (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} disorganizzazione (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} disorganizzazione (n) {f} [wanorde]
troep (n) [voorwerpen] {m} guazzabuglio (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} guazzabuglio (n) {m} [wanorde]
troep (n) [voorwerpen] {m} accozzaglia (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} accozzaglia (n) {f} [wanorde]
troep (n) [voorwerpen] {m} cumulo (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} cumulo (n) {m} [wanorde]
troep (n) [voorwerpen] {m} congerie (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} congerie (n) {f} [wanorde]
troep (n) [uiterlijk] {m} caos (n) {m} [uiterlijk]
troep (n v) [group that aims to attack, control, or constrain] {m} forza (n v) {f} [group that aims to attack, control, or constrain]
troep (n) [groep] {m} squadra (n) {f} [groep]
troep (n) [mensen] {m} squadra (n) {f} [mensen]
troep (n) [militair] {m} squadra (n) {f} [militair]
troep (n) [groep] {m} drappello (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} drappello (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} drappello (n) {m} [militair]
troep (n) [groep] {m} gruppetto (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} gruppetto (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} gruppetto (n) {m} [militair]
troep (n) [dieren] {m} gregge (n) {m} [dieren]
troep (n) [dieren] {m} mandria (n) {f} [dieren]
troep (n) [dieren] {m} branco (n) {m} [dieren]
troep (n) [mensen] {m} moltitudine disordinata (n) {f} [mensen]
troep (n) [voorwerpen] {m} paccottiglia (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} disordine (n) {m} [wanorde]
troep (n) [wanorde] {m} ammasso (n) {m} [wanorde]
troep (n) [voorwerpen] {m} cianfrusaglie (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [uiterlijk] {m} casino (n) {m} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} casino (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} casino (n) {m} [wanorde]
troep (n) [groep] {m} squadra d'armati (n) {f} [groep]
troep (n) [mensen] {m} squadra d'armati (n) {f} [mensen]
troep (n) [militair] {m} squadra d'armati (n) {f} [militair]
troep (n) [voorwerpen] {m} scompiglio (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} scompiglio (n) {m} [wanorde]
troep (n) [uiterlijk] {m} confusione (n) {f} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} confusione (n) {f} [voorwerpen]
troep (n) [wanorde] {m} confusione (n) {f} [wanorde]
troep (n) [uiterlijk] {m} disordine (n) {m} [uiterlijk]
troep (n) [voorwerpen] {m} disordine (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [voorwerpen] {m} ammasso (n) {m} [voorwerpen]
troep (n) [zootje] {m} banda (n) {f} [zootje]
troep (n) [zootje] {m} mucchio (n) {m} [zootje]
troep (n) [zootje] {m} baracca (n) {f} [zootje]
troep (n) [groep] {m} insieme (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} insieme (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} insieme (n) {m} [militair]
troep (n) [groep] {m} gruppo (n) {m} [groep]
troep (n) [mensen] {m} gruppo (n) {m} [mensen]
troep (n) [militair] {m} gruppo (n) {m} [militair]
troep (n) [groep] {m} comitiva (n) {f} [groep]
troep (n) [mensen] {m} comitiva (n) {f} [mensen]
troep (n) [militair] {m} comitiva (n) {f} [militair]
troep (n) [groep] {m} truppa (n) {f} [groep]
troep (n) [mensen] {m} truppa (n) {f} [mensen]
troep (n) [militair] {m} truppa (n) {f} [militair]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per troep IT Traduzioni
janboel [bende] m Unordnung {f}
keet [bende] m Bude {f}
pan [bende] m Pfanne {f}
rotzooi [bende] m Ramsch {m}
smeerboel [bende] m Schmiere {f}
wanorde [bende] m Chaos {n}
rommel [bende] m Durcheinander {n}
massa [drom] m Schwarm {m}
zee [drom] m Meer {n}
menigte [drom] f Gedränge {n}
kolonie [zwerm] f Kolonie {f}
vlucht [zwerm] m Flug {m}
kudde [zwerm] m Herde {f}
hoop [menigte] m Haufen {m}
gezelschap [ensemble] n Gesellschaft {f}
meute [hoop] m Meute {f}
zwerm [hoop] m Schar {f}
ensemble [gezelschap] n Ensemble {n}
verzameling [groep] f Gemenge {n}
zwijnestal [zwijnerij] m Sauladen {m}