La ricerca voorspellen ha prodotto 20 risultati
NL Olandese IT Italiano
voorspellen (v) [toekomst] {n} preannunciare (v) [toekomst]
voorspellen (n) [toekomst] {n} predire il futuro (n) {m} [toekomst]
voorspellen (v) [toekomst] {n} preannunziare (v) [toekomst]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} pronosticare (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [toekomst] {n} pronosticare (v) [toekomst]
NL Olandese IT Italiano
voorspellen (v) [toekomst] {n} predire (v) [toekomst]
voorspellen (n) [toekomst] {n} predizione (n) {f} [toekomst]
voorspellen (n) [toekomst] {n} divinazione (n) {f} [toekomst]
voorspellen (v n) [estimate future conditions] {n} prevedere (v n) [estimate future conditions]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} preannunciare (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [omen] {n} indicare (v) [omen]
voorspellen (v n) [to foreshow something; to augur] {n} preannunciare (v n) [to foreshow something; to augur]
voorspellen (v) [omen] {n} preannunciare (v) [omen]
voorspellen (v) [omen] {n} promettere (v) [omen]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} far presagire (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [toekomst] {n} far presagire (v) [toekomst]
voorspellen (v n) [to foreshow something; to augur] {n} far presagire (v n) [to foreshow something; to augur]
voorspellen (v) [omen] {n} far presagire (v) [omen]
voorspellen (v) [waarschuwing] {n} presagire (v) [waarschuwing]
voorspellen (v) [toekomst] {n} presagire (v) [toekomst]

Olandese Italiano traduzioni

NL Sinonimi per voorspellen IT Traduzioni
voorzeggen [aankondigen] pronosticare
profeteren [aankondigen] n predizione {f}
inhouden [beduiden] contenere
waarzeggen [profeteren] n predizione {f}
voorzien [verwachten] n prevedere
vermoeden [bevroeden] n supporre
weten [bevroeden] sapere {m}
melden [inluiden] flaggare (n v)
aankondigen [inluiden] rendere noto
beduiden [inhouden] predire